Eindelijk is de grote dag aangebroken. Goed voorbereid met een spiekbriefje stap ik het schoolplein op. Mijn onderbuik vertelt me dat ik licht zenuwachtig ben. Niet zo gek als je bedenkt dat ik straks de leerlingen van groep zeven en acht een kleuterverhaaltje ga voorlezen.

 

Het programma verloopt volgens plan. Eén moeder fungeert, met een oud groen gordijn om zich heen gedrappeerd, een halve voetbal met sprieten op haar hoofd en een mega bril op haar neus als boekenwurm. Het is een mooi openingsfeest met muziek en dans. Zelfs de jongens van groep zeven zingen uit volle borst mee. Conclusie: de sfeer is goed en daarmee is al veel gewonnen.

 

Dan begint de boekenwurm zich een weg door het decor, het boek van Reuzeltje, te vreten. Ouders volgen de boekenwurm naar de schoolbieb en ik neem plaats op de kruk in het speellokaal. Ik lees mijn spiekbriefje nog even door en leg deze binnen handbereik. Dan kondigen de leerlingen zich aan.

 

Na wat geroezemoes, begin ik mijn verhaal. “Hallo allemaal. Mij is gevraagd jullie iets te vertellen over schrijven, maar voordat ik dit doe, moet ik jullie eerst om hulp vragen. Ik heb namelijk een probleem”. Even wacht ik.  Lukt mijn plannetje…? Ja! De leerlingen zijn stil en wachten af. Ik heb de aandacht. Ik krijg weer lucht en de woorden stromen naar buiten. Ik vertel en lees voor. Tot mijn verbazing zitten alle leerlingen muisstil te luisteren. Stiekem denk ik: hallo jongens en meisjes, dit is wel een kleuterverhaaltje hè! Tot slot laat ik voorbeelden zien van zeer succesvolle tekeningen die best simpel lijken. Zo is daar Nijntje, uitgegeven in 40 landen en Muis, vertaald in 20 talen. En dan zit de eerste presentatie erop.

 

Een kwartiertje later stromen de leerlingen van groep vijf en zes binnen en ook hier verloopt alles goed. Vanaf de kleutergroepen tot en met groep vier gaat het moeilijker dan verwacht. Waar ik vreesde om door de leerlingen van de bovenbouw uitgelachen te worden, blijkt het juist bij deze kinderen veel moeilijker om de aandacht vast te houden. Maar het lukt en nu is de hele basisschool met een facet van een boek bezig. Leerlingen maken een illustratie of ze schrijven.

 

Nu ik klaar ben met de presentaties, is de ochtend nog niet voorbii. Ik kan nog een kijkje bij de groepen nemen. De leerlingen halen me binnen alsof ik een bekende schrijver ben. Het is om verlegen van te worden. Ik word bedolven onder de vragen:

 

‘Is dit een goed Reuzeltje?’

‘Wilt u mijn verhaaltje misschien lezen?’

‘Deze is mislukt, mag ik nog een tekening maken?’

 

Dit had ik niet verwacht en ik probeer zo natuurlijk mogelijk te reageren. Wat een enthousiasme en wat een mooie resultaten heb ik gezien. Het is duidelijk. Leerlingen hebben het ja-woord aan dit  project gegeven en een vruchtbare samenwerking is een feit. Binnenkort zal Reuzeltje een gezicht krijgen. Ik kan niet wachten.

danielle